vrijdag 16 maart 2012

Ouders en vrijheid


Daar zit je dan, voor jouw idee al eeuwen te azen op het laatste concertkaartje van jouw favoriete muzikant. Vlak voor de bieding eindigt, wordt er hoger geboden. Alsof jouw leven ervan afhangt druk je zo hard en snel mogelijk op de knop dat je last begint te krijgen van jouw vingers. Nadat je eindelijk het kaartje hebt gewonnen, gooien jouw ouders roet in het eten. ‘Zo laat?’ of ‘Zo ver weg? Jij blijft thuis’. Tevergeefs probeer je een week later nog te liegen dat je toevallig op die datum bij je vrienden blijft slapen, maar jouw ouders zijn natuurlijk niet gek.  

‘Zou je dat wel doen?’ en ‘Doe je wel voorzichtig?’ zijn de twee meest voorkomende zinnen bij ons thuis. Mijn moeder ziet mij als haar baby, mijn vader denkt dat ik twaalf ben en mijn zus ziet mij nog steeds als haar kleine zusje. Toen mijn ouders gescheiden waren, dacht ik dat ik meer vrijheid zou krijgen. In plaats daarvan bellen mijn ouders nog steeds regelmatig om over mij te roddelen en zeker te weten dat alles wel goed met mij gaat. Heel schattig en lief bedoeld allemaal, maar ik wilde ook wel mijn vrijheid. Alcohol drinken met mijn zestien jaar? Mijn vader zou mij wat aandoen. In mijn eentje met de trein? Geen denken aan.

Ik weet nog dat ik in de avond naar Amsterdam ging om naar de bioscoop te gaan met een paar vrienden die daar wonen. Mijn moeder vond het doodeng om mij te laten gaan, maar met de afspraak dat zij mij ieder uur mocht bellen, liet zij mij uiteindelijk toch gaan. De film begon iets later dan gepland en mijn moeder werd steeds bezorgder.’Ik ben niet in Amsterdam hoor, mam. Wij pakken een filmpje in Almere,’ loog ik. ‘Ik ben half twaalf thuis!’. Natuurlijk had ik mijn trein net gemist en was ik bang geworden van de film, angsthaas dat ik ben. Ik was uiteindelijk half twee thuis, maar mijn moeder vond het niet erg, omdat ik toch in Almere was. Totdat zij mijn treinkaartje vond. Ik stribbelde nog tegen: ‘Het is toch goed gegaan? Ik ben vijftien, wat kan er nou gebeuren?’. Even om half een de trein pakken in mijn eentje, wat was ik slim.

Tegenwoordig heb ik veel meer vrijheid. Mijn zus is nog het meest bezorgd, omdat zij al wat ervaring heeft in het uitgaansleven. ‘Ja, ik zit erover te denken om daar naartoe te gaan!’ zeg ik regelmatig. ‘Ben je gek, daar laat ik je echt niet heengaan. Pap, je moet haar niet laten gaan, hoor’. Heel fijn. Als het aan haar ligt, ga ik nergens naartoe. Doordat ik continu word beschermd, heb ik al zo mijn trucjes om alsnog weg te kunnen glippen.

Hoe zit het met jouw vrijheid? Zijn jouw ouders bezorgd?

Angel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten